Onderwerp
Niets Nederlandser dan de fiets. Er zijn in Nederland meer fietsen (22,9 miljoen) dan er mensen wonen. Met al die fietsen leggen we jaarlijks zo’n 17,4 miljard kilometer af, ofwel ruim 1.000 kilometer per persoon met een gemiddelde snelheid van 15,6 kilometer per uur. Relatief de meeste kilometers worden gemaakt door de 36.000 wielrenners die zijn aangesloten bij de meer dan 370 wielrenverenigingen in ons land. Hun belangen worden behartigd door de Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie (KNWU) die al in 1928 werd opgericht. Naast het wielrennen op de weg zijn er allerlei andere disciplines in de wielersport: BMX, baanwielrennen, veldrijden, mountainbiken, strandracen, para-cycling en kunstwielrijden.
Ons land heeft heel wat beroemde wielrenners voortgebracht. Denk aan grote namen als Jan Jansen (winnaar Tour de France), Hennie Kuiper (gouden medaille op de Olympische Spelen), Joop Zoetemelk (winnaar Tour de France en Vuelta de España) en Tom Dumoulin (winnaar Giro d’Italia). Ook bij het baanwielrennen (Jeffrey Hoogland, Harrie Lavreysen) en het veldrijden (Lars Boom, Matthieu van der Poel) geven Nederlanders vaak de toon aan. De prestaties van de Nederlandse wielrensters zijn nog indrukwekkender. Zeker de laatste decennia overheersen de Nederlandse vrouwen de mondiale wielersport. Bekende kampioenen zijn Leontien van Moorsel (4 gouden medailles op de Olympische Spelen, winnares Tour de France Féminin), Marianne Vos (1 gouden Olympische medaille, 2 keer WK wielrennen op de weg, 3 keer Giro Rosa), Anna van der Breggen (1 gouden Olympische medaille, 2 keer WK wielrennen op de weg, 1 keer WK tijdrijden, 4 keer Giro Rosa) en Annemiek van Vleuten (1 gouden Olympische medaille, 1 keer WK wielrennen op de weg, 2 keer WK tijdrijden, 2 keer Giro Rosa).